De Tielse pèrenkoek
In het eerste kookboek uit Nederland (Eenen Nyeuwen coock boeck, 1560) wordt als nagerecht aanbevolen fruit, kaas en noten. Hoe oud de ‘Tielse pèrenkoek’ precies is weten we niet, maar als je het aan de oudere generatie vraagt dan moet de lekkernij al een lange historie achter de rug hebben.
Bron: Betuwse Verleidingen, Recepten met typisch Betuwse ingrediënten verzameld door de Soroptimisten Club West-Betuwe, 1987, St.Oedenrode.
Ingrediënten
- 250 gram bloem
- mespuntje zout
- 125 gram koude boter
- 1,5 dl water
- 1 kg handperen
- 2 eieren
- 2 dl melk
- 3 eetlepels suiker
Bereiding
Oven voorverwarmen op 200 graden C. Doe de bloem in een grote kom en voeg de boter in kleine klontjes toe met het zout en 1,5 dl water. Wrijf snel tussen duim en vingers tot een egaal deeg is ontstaan. Het deeg moet koud blijven. Vorm een bal en zet het deeg afgedekt weg. Beboter een vlaaivorm. Schil de peren, halveer ze en verwijder de klokhuizen. Op een met bloem bestoven werkvlak het deeg 2 tot 3 keer uitrollen en weer dichtvouwen. Rol het de laatste keer uit tot een ronde lap van ongeveer 4 mm dik. Bekleed de vorm met het deeg en leg de peren erop. Klop de eieren met de suiker goed los en voeg de melk al roerende toe. Giet het ei-mengsel over de peren uit. Bak de taart in 25 minuten in het midden van de oven gaar. Laat hem in de open oven afkoelen.