Hier vind je een aantal aanvullende activiteiten, passend bij de lessen van dit thema.
1. Is de museumcollectie compleet?
De leerlingen gaan hun collectie uitbreiden.
Een museumcollectie is nooit compleet. Musea vinden het belangrijk om hun collectie te blijven aanvullen. Naast het kopen van stukken, ruilen of lenen ze spullen van andere musea en verzamelaars om zo mooie tentoonstellingen te organiseren.
Leerlingen maken een verlanglijst van voorwerpen die ze in de tentoonstelling willen opnemen. Welke stukken ontbreken nog in hun verzameling en tentoonstelling? Met welk voorwerp maken ze het verhaal van de tentoonstelling nog beter?
Vraag: Hoe organiseer je een ruilbeurs? Bijvoorbeeld door rechtsreeks te ruilen of via een ander middel: tegen inlevering van jouw voorwerp krijg je een tegoedbon waarmee je kan ruilen. Zijn alle voorwerpen evenveel waard? Hoe los je het dan op om eerlijk te ruilen?
De leerlingen organiseren een beurs om hun collectie uit te breiden. De ruilbeurs kan klassikaal of met andere groepen op school gehouden worden.
2. De veiling
Leerlingen houden een veiling in de klas.
Op veilingen kopen musea nieuwe stukken. Hoe gaat zo'n veiling in zijn werk? Verkopers leveren voorwerpen bij het veilinghuis in. Ze spreken met de veilingmeester af hoeveel geld ze er minimaal voor willen krijgen. Tijdens de veiling laat de veilingmeester de stukken zien. Sommige voorwerpen zijn meer gewild dan anderen. Omdat ze bijzonder zijn, schaars zijn of net dat ene ontbrekende stuk in de collectie zijn. Er zijn dan meerdere bieders. De bieders beiden door hun hand op te steken en een bedrag te noemen. De veilingmeester herhaalt dat bedrag. Als niemand meer biedt zegt hij: "Eenmaal, andermaal.... verkocht!" Tijdens de pauze tussen andermaal en verkocht hebben bieders nog de kans om te bieden.
Speel in de klas een veiling na. De leerlingen leveren voorwerpen bij de veilingmeester in en geven een minimale 'prijs'. De leerlingen bekijken eerst de veilingstukken voor ze beslissen welk voorwerp ze zouden willen kopen. Vraag een leerling als veilingmeester. Deel nep geld uit en laat de veiling beginnen.