Maak in het lokaal een wandfries en een aandachtstafel klaar. Toon de onderwerpen van het project dat de klas gaat verzamelen of heeft verzameld. Ook liggen hier boeken over het onderwerp, de resultaten van de activiteiten en de tentoonstellingen die de leerlingen gaan maken.

Leerlingen hebben een schoenendoos gevuld vanuit thuis. Sorteer de voorwerpen. Wat hoort bij elkaar en waarom? Bijvoorbeeld kleur; onderwerp (auto, bos, vogels); materiaal (hout, blik, keramiek), vorm (vierkant, gek, 3D), thema (natuur, winkel, kunst). Beslis met de leerlingen welke verzamelingen bij elkaar horen in de tentoonstelling.

Bespreek de tentoonstelling van vitrinekasten met verzamelingen. Wat maakt het een verzameling? Hoe zie je dat de spullen bij elkaar horen? Wat is de naam van de verzamelingen? Bijvoorbeeld: Onze hobby’s; Alles uit de natuur; Gekregen.

Een tentoonstelling maakt nog geen museum. Wat heb je daar nog meer voor nodig? Wat verzamelt het museum? Welke ruimtes zijn er? Wie werken er? Op welke manier zijn de spullen goed te zien? Wat steek je ervan op?

Maak foto's van de werkstukken en sla ze op.